De schilderijen van Toon Berghahn

NAAR EEN ANDERE WERKELIJKHEID

De bomen zijn er nog steeds, in het recente werk van Toon Berghahn (1970). Niet zozeer als representanten van de natuur, zoals in vroeger jaren vaak het geval was, maar eerder als markeringspunten, als toegangspoorten tot werelden die nieuwsgierig maken, die me verleiden maar ook vragen bij me oproepen. Soms is die wereld een lichtbron waar ik zelfs religieuze interpretaties op zou kunnen loslaten. Soms doemt er een ouderwets schip op. Als symbool van een ver verleden? Soms verbindt een identiteitloos viaduct twee onbekende of inwisselbare werelden. Vaker kijk ik naar het silhouet van een wereldstad, waarin ik New York meen te herkennen.

Toon Berghahn gebruikt verschillende middelen om die inkijkjes betekenis te geven. Het belangrijkste middel in zijn nieuwere werken zijn ééndollarbiljetten. Ze zijn de bouwstenen voor de gebouwen, de bruggen, de schepen en de andere objecten. In meer of mindere mate verscholen onder lagen verf. Moeten die biljetten de opgeroepen werelden materialistisch maken? Bevestigt een benzinestation opgetrokken uit geld dat niet overtuigend? Worden op deze manier landschappen en urbane landschappen scherper tegenover elkaar geplaatst? Of is het gebruik van de dollar een middel tot ironisering? Of is het slechts een formeel middel, een middel om zijn schilderijen letterlijk gelaagdheid te geven en zo de dieptewerking te accentueren? Zoals de verschillende lagen verf - acryl en olieverf, transparant over elkaar heen gelegd - een middel zijn om de ruimtelijkheid te vergroten? Zoals de decoratieve ‘slierten’ die aan de bovenkant van bijvoorbeeld het schilderij ‘Trash’ (2007) neerhangen, de afbeelding tot een scène op een diepliggend toneel transformeren? Zoals het werken op dikke houten panelen een ruimtelijk effect heeft?

De kleuren die Toon Berghahn gebruikt zijn in ieder geval bedoeld om de werkelijkheid op afstand te zetten. Omdat ze ongebruikelijk zijn, sensueel zelfs (vooral als roze, paars en oranje de sfeer bepalen), is het misschien niet vreemd om te veronderstellen dat de kunstenaar een romantisch beeld wil oproepen, een vlucht uit de realiteit, een verlangen naar een wereld die afwijkt van de bestaande, waarin de harde dollar en de snelle markt regeren, een verlangen naar een wereld waarin meer plaats is voor mystiek. Het kan toch geen toeval zijn dat hij zoveel reizen maakt? Het kan toch geen toeval zijn dat hij telkens culturen opzoekt die contrasteren met de Nederlandse cultuur? Ik vermoed dat het de Engelse variant van de Romantiek is die hem aanspreekt, meer dan de sombere, fatalistische Duitse of Franse variant

Vaak lijken de titels die Toon Berghahn aan zijn werken geeft die vlucht-uit-de-werkelijkheid-interpretatie te bevestigen. ‘Batavia’ (2006) verwijst naar zijn oorsprong, ook al is hij niet in Indonesië geboren. Hij heeft er voldoende van meegekregen om er gefascineerd door te zijn. ‘Noman’s Land’ (2003) verwijst naar een land met eindeloze mogelijkheden. ‘Celestial’ (2006) refereert aan een schoonheid die zich verheven heeft boven het aardse.

Bij eerste aanblik deden de schilderijen van Toon Berghahn me denken aan de grote billboards die bioscoopschilders ooit maakten. Voordat de elektronica hen tot werkeloosheid dreef. Die wat maniëristische manier van schilderen. Die kleurigheid die een droomwereld wilde representeren. Die niet precies te verklaren aantrekkingskracht. Die beweeglijkheid die bewust of onbewust anticipeerde op het medium waar ze voor werden ingezet. Toen ik zag dat hij ook op kleine paneeltjes schilderde, verdween die associatie weliswaar naar de achtergrond, maar het lukt me nog steeds niet haar volledig los te laten.
Hoewel Berghahn een echte schilder is die optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden van dat medium, kan ik me voorstellen dat hij zijn werelden ook met video zou kunnen oproepen. De technische capaciteiten van dat medium lenen zich er bij uitstek voor. Uiteraard ga ik daar niet over, maar zijn werk heeft me wel uitgelokt daar fantasieën over te krijgen.

Rob PerrČe - Amsterdam, april 2007